Het beste van West-Amerika
Jaapje in Amerika
Reisgids West-Amerika
Links

   West-Amerika
Plannen en pakken
Vliegen
Auto
Parken
Kamperen en motels
Overig
   Arizona
California
Colorado
Idaho
Montana
Nevada
New Mexico
Oregon
Utah
Washington
Wyoming

Plannen en pakken
Elke vakantie begint met het nemen van een aantal belangrijke beslissingen. Je moet bepalen waar je naar toe wilt gaan, wanneer je gaat, hoe je wilt reizen, op welke wijze je wilt overnachten, wat je meeneemt etc.

Een paar voorbeelden van mogelijke routes. Maar er is heel veel meer te bedenken.

Wanneer? De periode

Een andere belangrijke keuze die je moet maken, is wanneer je gaat (begin- en einddatum en dus ook hoelang). Wanneer je gaat, hangt natuurlijk voor een deel af van wanneer je kunt. Daarnaast is het goed om een aantal dingen in je achterhoofd te houden, namelijk:

  • Ga niet te kort. Er is in Amerika heel veel te zien en je zult ter plekke ook nog flink moeten reizen. Ikzelf ga minimaal drie weken.

  • Veel wegen in bergparken (vooral in het noordwesten) zijn een groot deel van het jaar afgesloten in verband met de sneeuw. In Crater Lake National Park valt in de winter 10 tot 20 meter. Hierdoor kunnen sommige wegen in het park tot midden juli (JULI!) afgesloten zijn. Als je je reis in mei wilt ondernemen, kun je sommige parken (Crater Lake, Lassen Volcanic, Mount Rainier) maar beperkt bezichtigen.

    Hoezo juni? Sneeuw in Lassen Volcanic.

  • In het zuiden en midden van de VS kan het in de zomer knap warm worden. In Death Valley is de max. gemeten temperatuur 63 graden Celsius (in de schaduw). Toen ik er in 2011 was, was het er 51 graden en dat is knap warm. In het voorjaar en de herfst is het er veel aangenamer. Maar goed, een temperatuur van 51 graden is ook een geweldige ervaring.

  • Het zuiden (Arizona, New Mexico) kent een soort regenseizoen (the monsoon season). Dat begint ergens in juli en eindigt eind augustus / begin september. In die tijd ontstaan er aan het eind van de dag soms stevige onweersbuien. Heel problematisch is dit meestal niet.

  • In het hoogseizoen (juli - augustus) is het in sommige parken best wel druk. Een nadeel is dat het zoeken van een kampeerplek dan lastig kan zijn en dat het grote aantal mensen de beleving minder maakt. Dat geldt vooral voor de populaire parken zoals Yellowstone, Yosemite, Zion, Bryce Canyon en Grand Canyon. In veel woestijnparken valt de drukte in de zomer wel mee. Een voordeel van het hoogseizoen is dat er veel open is en er veel georganiseerd wordt, zoals praatjes en shows, en die zijn vaak zeer de moeite waard.

  • Eind juni is het veel langer licht dan half september. In Seattle, Washington gaat de zon op 21 juni om 21.06 uur onder en op 15 september om 19.17. Dat is niet onbelangrijk, want in de nationale parken is er na zonsondergang vaak niet veel meer te doen dan slapen. Overigens zijn de verschillen in het zuiden van Amerika een stukje kleiner. Kijk ook eens op www.zonsondergang-tijden.nl.

    De vliegreis
    Om in Amerika te komen, zul je (normaal gesproken) met het vliegtuig moeten. De vlucht kun je het best ruim van tevoren boeken. Je hebt dan meer keus. Laat boeken betekent doorgaans een relatief dure vlucht met een ongunstige overstap op een ongunstig tijdstip. Let bij je keuze voor een vlucht ook op het tijdstip waarop je vertrekt en vooral ook het tijdstip waarop je aankomt. En de prijs is natuurlijk ook niet onbelangrijk.

    The plane.

    Op internet zijn veel sites te vinden waar je vliegreizen kunt boeken. Ik gebruik die sites altijd om te kijken wat er zoal te krijgen is en wat het kost. Het boeken doe ik doorgaans bij een reisbureau (Arke, D-reizen). Mijn ervaring is dat die toch net wat handiger zijn dan ik in het boeken van vluchten. Bovendien kunnen ze ook zorgen voor de huur van een auto, (eventueel) een hotel voor de eerste nacht, de verzekering etc. De extra kosten vallen enorm mee. Meestal blijkt dat de reis incl. de kosten die het reisbureau in rekening brengt zelfs minder duur dan ik in eerste instantie zelf had berekend.







  • Yellowstone NP.

    Waar? De route
    De eerste beslissing die je moet nemen, is waar je naartoe gaat. In West-Amerika zijn zoveel bezienswaardigheden dat je moet kiezen welke jij graag wilt bezoeken. Ik maak altijd een lijstje met dingen die ik echt wil gaan zien en dingen die ik graag wil gaan zien. Op basis van dat lijstje maak ik een globale route en een globale planning en op basis van de globale route bepaal ik waar ik naartoe vlieg en vanwaar ik terugvlieg. Terugvliegen kan van een andere locatie dan de stad waar je bent gearriveerd. Je kunt bijvoorbeeld vliegen naar Seattle en vervolgens naar San Francisco rijden en daar het vliegtuig weer pakken naar huis. Dat kan (uiteraard afhankelijk van wat je wilt zien) een hoop onnodige kilometers besparen. Het kan wel wat duurder zijn, maar dat hoeft zeker niet.

    De kust van Oregon.

    Hoeveel plekken je kunt bezoeken, hangt sterk af van de tijd die je te besteden hebt, hoe ver je wilt rijden en hoe lang je in een bepaald park wilt blijven. Als je van plan bent de VS maar één keer te bezoeken, dan zou ik vooral voor de superparken gaan. Als je er vaker op vakantie denkt te gaan, kun je je reis beperken tot een bepaalde regio. Ikzelf rij altijd aardige afstanden (toch flink wat staten - zie het kaartje met voorbeeldroutes), omdat ik van veel afwisseling hou.

    Hoe? Motels of kamperen?
    Een keuze die je ook vooraf moet maken, is waar je gaat overnachten. Het gaat hier niet om de locatie, maar om de keuze of je gebruik gaat maken van hotels (lees motels) of dat je gaat kamperen. Ik combineer bijna altijd beide opties. Als je de nationale parken echt wilt ervaren (en dat wil je!), dan moet je er gaan kamperen. Aan de andere kant is het handig en ook gewoon prettig om af en toe een motel te pakken. Je kunt dan even bijkomen, lekker douchen etc. In welke motels ik ga overnachten, bepaal ik in Amerika. Er zijn er zat. Ik reserveer dus niks... tenminste... Vroeger ging ik meteen door. Na het vliegtuig naar de rental cars en dan op pad en ergens onderweg een plek zoeken om te slapen (meestal een motel). Tegenwoordig boek ik ook weleens een hotel voor de eerste nacht dicht bij het vliegveld. Na het vliegen ga ik daar slapen en de volgende dag haal ik uitgerust de auto op. Dat is toch relaxter dan direct met een vreemde auto door een vreemde stad proberen te laveren, doodmoe na een lange vlucht. En de kosten voor een hotel vallen eigenlijk best mee. Het boeken van het hotel moet vooraf gebeuren. Ik doe dat meestal via een reisbureau. Maar je kunt het natuurlijk ook zelf doen via het internet. Soms reserveer ik ook voor de laatste nacht een hotel in de buurt van het vliegveld als de terugvlucht erg vroeg valt.

    Door te kamperen beleef je de parken optimaal (elanden bij de tent in Rocky Mountain NP).

    Hoe? Auto of camper?
    Als je naar Amerika gaat, dan zul je de beschikking moeten hebben over iets met wielen en een motor. De meeste mensen huren dan ook een auto. Ik doe dat ook. Een auto huren in de VS is niet echt duur en niet erg lastig. Het huren doe ik altijd vanuit Nederland. Het terplekke huren van een auto is toch stukken lastiger en vaak ook duurder. Bij een boeking vanuit Nederland heb je standaard (let er wel op!) 'free milage'. Dat betekent dat je een vast bedrag betaalt voor het huren van de auto ongeacht het aantal kilometers (mijlen) dat je rijdt. Ik regel het huren van de auto via een reisbureau als ik een vliegreis boek. Maar je kunt het eventueel ook zelf via internet doen. Bekende verhuurbedrijven zijn o.a. Avis, Hertz, Budget en Alamo. Alle grote verhuurbedrijven zijn in principe prima. Als je je auto op een andere plek wilt afleveren dan de luchthaven waar je bent aangekomen, dan moet je wel even kijken of dat mag. Soms, maar vaak ook niet, moet je dan wel een toeslag betalen. Belangrijk om te melden is nog dat de autoverhuurbedrijven geen auto’s verhuren aan jongere chauffeurs (jonger dan 21 of soms zelfs 23 jaar) en dat ze een fikse toeslag (bijvoorbeeld $20,- per dag) rekenen aan personen jonger van 21 - 25 jaar. De toeslagen gelden niet alleen voor de huurder (en eerste chauffeur), maar ook voor de tweede, derde en vierde persoon die de auto gaat besturen. Niet iedere maatschappij hanteert overigens dezelfde regels. Sommige zijn wat soepeler dan andere.

    Als je met meer dan 2 personen gaat, is een ruime kofferbak essentieel.

    Een alternatief voor een auto is een camper. Een camper heeft een aantal voordelen. Het slapen in een camper is luxer en comfortabeler dan slapen in een tent, je hebt de beschikking over een toilet, een douche en een koelkast en met een camper kun je wat makkelijker gewoon ergens langs de weg overnachten (als je dat tenminste durft). Ik ben zelf niet zo gecharmeerd van campers. Een camper heeft namelijk ook veel nadelen. Het huren van een camper is in vergelijking met het huren van een auto erg duur. Daarnaast is het ophalen en wegbrengen een stuk lastiger. Het verhuurstation ligt niet vlak naast het vliegveld en de openingstijden zijn beperkt. Het belangrijkste is echter dat het rijden met een camper niet echt praktisch is. Campers in de VS zijn groot tot erg groot. Je krijgt geen Volkswagenbusje met een ingebouwd bed en een keukenblokje maar eerder een kleine vrachtwagen. Daar moet je wel mee kunnen rijden. Op de hoofdwegen is dat niet zo’n probleem. Maar als je een kleinere weg in wilt (en dat wil je!), dan kan dat lastig worden. Het valt niet mee om met een camper vijf kilometer achteruit te moeten als de weg wat smaller en ruiger uitvalt dan die aan het begin leek. Veel interessante plekken zijn met een camper niet bereikbaar. Kortom: huur een auto en neem een tentje mee.

    Met een camper reizen is vrij luxe maar heeft ook veel nadelen.

    In plaats van een 'standaardauto', kun je ook een auto huren die wat hoger op z'n wielen staat (high clearance) of een auto met vierwielaandrijving (four-wheel drive / 4x4). Met zulke auto's kun je wat ruigere wegen aan dan met een gewone auto. Normaal gesproken is dit echter overkill. Een alternatief voor de camper is de campervan. Dat is een kleine camper (een busje of een SUV). Ze worden onder andere verhuurd door Jucy en Escape. Het is allemaal wat krap en minder luxe dan een 'echte' camper, maar je kunt er wel alle kanten mee op.

    Mijn advies
    Huur een auto en neem een tent mee. Lekker goedkoop. Lekker relaxt rijden. En je beleeft de parken optimaal. En soms, als je wat meer luxe wilt, dan ga je in een motel slapen om wat bij te komen, te douchen, van WIFI gebruik te maken etc.






    Ik ga op reis en neem mee

    Pakken doe ik aan de hand van mijn checklist. Dat lijstje vind je hieronder. Jouw lijstje zal er zonder twijfel wat anders uit zien, maar het geeft misschien wat inspiratie.

    Kleren aan en mee: Ik neem nooit teveel kleren mee. Je moet het allemaal maar meeslepen. Onderweg (in de motels) kun je kleren wassen. Daarnaast koop ik vaak als souvenir T-shirts e.d. in de VS:

    Bergschoenen (of goede wandelschoenen) heb je toch wel nodig als je iets meer wilt dan alleen autorijden.

    lange broeken (afritsbroeken zijn erg praktisch), T-shirts, onderbroeken, sokken, truien, zwembroek, zonnebril, muts (het kan aardig koud zijn in de parken die op hoogte liggen), handschoenen, regenbroek (voor als je gaat wandelen in de regen), bergschoenen/goede wandelschoenen, en evt. gymschoenen/sandalen (als afwisseling).

    Handbagage: Rugzakje, fototoestel, GPS, reispapieren (ticket vliegtuig, reservering huurauto, reservering hotel dag 1), paspoort (zie hiervoor), bankpas / PIN-pas (in de VS kun je gewoon met je bankpas geld opnemen - je moet dan wel zorgen dat hij op ‘wereld’ staat!), creditcard (onmisbaar!), geld (alleen als ik nog wat dollars heb liggen), rijbewijs (een Internationaal rijbewijs is onnodig), verzekeringsbewijs / zorgpas (!), wegenkaarten (ik gebruik zelf een boekje van Rand McNally - dat kun je natuurlijk ook in de VS kopen),

    Met een GPS verdwaal je nooit.

    Reisinformatie (dit boekje natuurlijk), leesboek, puzzelboekje, telefoon en/of tablet (in de meeste motels en bij McDonald’s etc. is WiFi en kun je dus voor niets of goedkoop het internet op), pennen + notitieboekje, pinda’s, snoep en/of koekjes voor in het vliegtuig (toch lekker om niet afhankelijk te zijn).

    Toiletgerei: Tandpasta, tandenborstel, handdoek, zeep, shampoo, scheerapparaat, spiegeltje.

    Kampeerspullen: Tent (een koepeltentje), slaapzak, matje (self inflatable), zaklamp (heel goedkoop aan te schaffen via bijvoorbeeld dx.com), grote rugzak, bijltje (handig voor het kleinmaken van het brandhout en het inslaan van de tentpinnen - ik gebruik een kampeerbijltje van Gränsfors Bruks).

    Koepeltentjes en tunneltentjes zijn makkelijk mee te nemen en op te zetten.

    Kookspullen: Aluminium pannen, bord, beker, bestek, blikopener, zakmes (Opinel - goedkoop en vlijmscherp), schilmesje, droogdoek, SpongeBob (sponsje om mee af te wassen).

    Reddingsmiddelen: EHBO (pleisters, jodium, Norit, paracetamol/ibuprofen, elastisch hydrofiel zwachtel, gaasjes, ideaal zwachtel, rol synthetische watten), schaartje, pincet, antitekenpincet, antiwespending, reddingsdeken (zo’n aluminiumdekentje), setje naaigerei (naalden, spelden en wat draad), duct tape, lijst met handige adressen en nummers van bankpasjes etc.

    Overig: Reiswekker, wasknijpers, verloopstekker, kaartspel, wandelstokken (erg prettig als je in de bergen gaat lopen), verrekijker.

    Reisverzekering

    Als je naar de VS gaat, moet je altijd een reisverzekering met werelddekking afsluiten. In de VS zijn de medische kosten erg hoog en die worden doorgaans niet volledig gedekt door je standaardverzekering. In de praktijk kost een doorlopende reisverzekering vaak minder dan een verzekering voor een bepaalde periode. Nadeel is dat die doorlopend is. Als je de verzekering niet wilt aanhouden, kun je die het best direct na je vakantie beëindigingen. Het reisbureau heeft hier aparte formulieren voor die je kunt meenemen als je je reis boekt.


    Via Esta je bezoek aan de VS aanmelden is verplicht.

    Paspoort, Visa en ESTA
    Als je naar de VS reist, heb je een paspoort nodig. Dat paspoort moet gedurende de gehele reis geldig zijn. Ieder persoon moet een eigen paspoort hebben. Kinderen (zelfs baby's) kunnen dus niet meer met het paspoort van hun ouders meereizen. Een visum is niet nodig (tenminste als je minder dan 90 dagen in de VS blijft). Wat je nog wel moet doen, is je bezoek aan de VS aanmelden. Dat moet via ESTA (Electronic System for Travel Authorization). Dat moet via de website https://esta.cbp.dhs.gov/. Aanmelden moet voordat je op reis gaat. Dat kan eventueel nog vlak voor de vertrekdatum, maar het is slimmer om het minimaal 72 uur voor vertrek doen. Je aanmelding via ESTA kost geld (2013: 14 dollar per persoon). Dat bedrag moet je m.b.v. een credit card voldoen. De ESTA-aanvraag blijft twee jaar geldig.








    Contact via de e-mail: info@hetbestevanwestamerika.nl



    <!--Begin Walla Walla webdesign pagina voor oude browsers--> <p><font face="verdana,arial,helvetica" color="#CCCCCC" size=5> <b>Plannen en pakken</b> <font face="verdana,arial,helvetica" color="#FFFFFF" size=2><p> Op deze pagina vertel ik over het plannen van je reis naar Amerika en zeg ik wat je mee moet nemen. <p> Trefwoorden: Amerika, West-amerika, reis, reizen, rondreis, rondreizen, Plannen, Pakken, Wanneer, Periode, Vliegreis, Route, Motels, Kamperen, Auto, Camper, Reisverzekering, Visum, Esta